Onze visie op het nieuws: interview Hoekstra 16/5/2020

Bij minister Hoekstra moeten we tussen de regels door lezen.

In de Telegraaf van afgelopen zaterdag (16 mei jl.) staat op pagina 24 & 25 een interview met minister Wopke Hoekstra.
Journalisten Inge Lengton en Wouter de Winther bevragen de minister over onderwerpen als waar de rekening van de corona crisis komt te liggen, wat zijn mening over Rutte is, de rol van het CDA en over de toekomst van Air France-KLM.

Nu weten we inmiddels wel dat politici doorgaans bij uitstek behendig zijn in het beantwoorden van lastige vragen omdat zij de vaardigheid beheersen om op slimme manieren eventuele valkuilen te vermijden. Bijvoorbeeld door toepassing van het trucje van de ‘niet gestelde vraag beantwoorden’ of door de gestelde vraag te herformuleren om dan vervolgens dáár antwoord op te geven.

Maar minister Hoekstra laat in dit interview zien dat hij de techniek van metacommunicatie en het zenden van verborgen informatie (2e D.L.) ook uitstekend beheerst!

Wil je weten wat ons opviel? Lees dan hier verder:

 

Op de foto die bij het uitgewerkte interview is geplaatst zien we minister Hoekstra vol in beeld. Poserend voor een gesloten terras van een café in Den Haag zien we hem in een krachtige pose. Hij staat daar alsof hij wil uitstralen dat hij ‘in charge’ is en dat hij de huidige situatie onder controle heeft. Zijn armen hangen relaxed, zijn schouders naar achter en met zijn benen iets uit elkaar, kijkt hij, ook met z’n lichaam, recht naar de camera. Alsof het beeld moet uitstralen dat hij de regie heeft. En natuurlijk kun je aanleren hoe je met non-verbale communicatie een krachtige eerste indruk maakt maar uiteindelijk zijn velen van ons daarna niet in staat om met onze verbale communicatie dat beeld bij de toehoorder in stand te houden.

Minister Hoekstra is echter één van de uitzonderingen. Hij weet lastige vragen van de journalisten ogenschijnlijk handig te pareren door een enkele keer (bewust?) inhoudelijk antwoord te geven maar in bedreigende situaties lijkt hij razendsnel te kunnen inschatten dat het waarschijnlijk handiger is om dan geen (inhoudelijk) antwoord te geven op de vraag.

Het gesprek begint met de vraag: “Betekent de corona crisis ook een ramp voor de schatkist?”. In het antwoord dat Hoekstra geeft gaat hij met alleen de eerste zin in op de vraag (“Het is volstrekt ongekend”.) om vervolgens vooral zijn zorgen uit te spreken over de gevolgen voor de samenleving en de economie. Op deze manier krijgen wij als lezer meteen het beeld dat we te maken hebben met een minister die niet alleen zijn inhoudelijke taak wil vervullen maar daarnaast ook (net als de meeste mensen) bezig is met de gevolgen van deze crisis in bredere zin. Hiermee creëert hij verbinding met de ‘gewone man’ en dat wekt doorgaans sympathie op. Misschien waren de interviewers ook wel onder de indruk van deze zelfverzekerd ogende maar vooral aimabele man?

In totaal worden hem in dit gesprek 24 vragen gesteld, waarvan er (maar liefst) 19 gesloten zijn en 5 open. 2 van die open vragen worden echter direct opgevolgd met een gesloten vraag (bijvoorbeeld: “U wilt dus geen belastingverhoging. Eerder zei u datzelfde over bezuinigen. Wat dan wel? Kan economische groei het complete corona bedrag bijeen sprokkelen?”). Door de open vraag direct op te volgen met een gesloten vraag maken de interviewers het de minister wel erg makkelijk om te antwoorden. Hij reageert dan ook met de zin: “Op termijn zeker” om daarna in zijn antwoord het proces te beschrijven. Helaas wordt deze zin daarna niet verder uitgediept.

Het procesmatig antwoorden in plaats van inhoudelijk is één van de belangrijkste kenmerken van metataal. Wanneer je deze techniek beheerst (en Wopke Hoekstra beheerst dat uitstekend 😉) leg je de aandacht in de buitenwereld, terwijl je met een inhoudelijk antwoord de aandacht naar jezelf trekt. En dat laatste wil je als geïnterviewde natuurlijk niet wanneer je uitleg geeft over een beslissing of soms zelfs verantwoording voor iets moeten afleggen.

Het geven van een procesmatig antwoord doet Hoekstra zeker op 9 vragen die hem gesteld zijn. Het valt op dat hij dat vooral doet wanneer hem gevraagd wordt om aan te geven hoe hij bepaalde situaties in de toekomst ziet.

Op vragen als “Wat kan uw CDA opstellen tegen een premier en verondersteld VVD-lijsttrekker die het – volgens u – uitstekend doet?” of “Vooralsnog mist het CDA een duidelijke leider. Dat lijkt ook een rol te spelen bij de ontstane commotie in uw partij over de Brabantse coalitie met Forum voor Democratie. Ziet u het CDA in een kabinet samenwerken met die partij?” en “Tot slot, als minister bent u ook aandeelhouder van Air France-KLM. Is met de toegezegde steun de ellende voorbij voor de luchtvaartmaatschappij?” kan Hoekstra eenvoudig aangeven dat hij geen glazen bol heeft waarmee hij de toekomst kan voorspellen. Uiteraard zegt hij dit niet letterlijk maar wel tussen de regels door, verpakt in het beschrijven van een proces!

Het zenden van informatie tussen de regels door (oftewel een 2e-lijns boodschap) gebeurt in ieder gesprek, elke dag en overal. Tot zover niets bijzonders. Maar in sommige gevallen geeft die impliciete boodschap een inkijk in de persoonlijke mening en opvatting van de spreker.

In dit interview vindt dat meerdere malen plaats, zowel bij de vragenstellers als bij de geïnterviewde.

Een mooi voorbeeld van een boodschap op de 2e lijn geeft Hoekstra in zijn antwoord op de vraag “Is het ook verstandig als Nederlanders nu gaan sparen?” Uit zijn antwoord denken wij op te maken dat hij dat geen goed idee vindt, de economie moet immers weer groeien en dat gebeurt onder andere door met z’n allen geld uit te geven. Maar ja, zeg dat maar eens tegen iemand die twijfelt of zijn baan nog wel behouden blijft!

Minister Hoekstra heeft daar een oplossing voor. Hij beantwoordt de vraag waarbij we het ‘échte’ antwoord tussen de regels door moeten lezen:

“Eehhhm. Ik denk dat het goed nieuws is dat veel mensen behoud van inkomen hebben, gezien deze lastige fase. Ik kan niet bij mensen in de portemonnee kijken, maar ik hoop dat ze ook weer naar de kapper gaan. En vanaf 1 juni naar restaurants en straks wel in eigen land op vakantie gaan. Het steunpakket is ook bedoeld om met elkaar vertrouwen te houden in een goede economische uitkomst.”

Ondanks de niet al te scherpe vragen die hem in dit interview worden gesteld geeft de minister wel een aantal interessante antwoorden waar volgens ons veel meer op kon worden doorgevraagd. Omdat dit niet is gedaan zijn we inhoudelijk niet veel wijzer geworden. Nou ja 1 dingetje dan: premier Rutte doet het volgens hem “uitstekend”. En juist op die vraag had hij goed kunnen aangeven hoe alle ministers, inclusief de premier, in zijn beleving samenwerken en gezamenlijk optrekken om ons land door deze crisis te loodsen. Daardoor had deze minister zijn pose op de foto inhoudelijk nog meer gestalte kunnen geven.
Maar het is wel een ‘veilig’ antwoord. Hij toont daarmee zijn onvoorwaardelijk vertrouwen in de premier en had hij op deze vraag met metacommunicatie geantwoord, dan waren de rapen gaar geweest!

Hierbij de link naar het (premium) artikel:

https://www.telegraaf.nl/nieuws/1169482433/hoekstra-overgrote-deel-van-de-banen-blijft-behouden