Data open training Interview- en selectietechnieken
1e dag: di 18/02/2025
2e dag: ma 10/03/2025
3e dag: di 25/03/2025
4e dag: di 08/04/2025
(De kosten voor deelname aan deze training bedragen € 2.050,00 exclusief btw.)
Data open training Psychologie van de Beïnvloeding
1e dag: ma 13/01/2025
2e dag: di 28/01/2025
3e dag: ma 10/02/2025
4e dag: ma 03/03/2025
5e dag: ma 07/04/2025
(De kosten voor deelname aan deze training bedragen € 2.435,00 exclusief btw.)
Oprichter Stichting Communicatie: Louis ten Berge (1935-2011)
Stichting Communicatie bestaat dit jaar 50 jaar. Een mooi moment om de oprichter van onze organisatie (Louis ten Berge) onder de aandacht te brengen. Wie hij was en welke invloed hij (nog steeds) heeft op ons gedachtengoed.
Onderstaande tekst is gebaseerd op meerdere interviews die met Louis zijn gehouden in 2009 en 2010. Hij heeft destijds expliciet toestemming gegeven om deze teksten te gebruiken in uitingen van Stichting Communicatie.
Louis is op 10 maart 1935 geboren te Amersfoort in Nederland.
Zijn familiale roots van vaderszijde, beginnen in de 18e eeuw bij de koffiehandelaar Douwe Egberts. Op materieel gebied was dat dus al een goed begin! Bovendien werd hij geboren op een zondag en we weten wat dit betekent …….want een zondagskind schijnt veel geluk te krijgen in het leven.
Maar niets is bedrieglijker dan schijn …. want de eerste 25 jaar van zijn leven kwamen deze voorspellingen niet uit. Het was namelijk een beetje een raar jongetje. Als kind van meer dan 2 jaar kon hij nog steeds geen woord praten. Diverse consultaties bij specialisten brachten geen verbetering. Het rare is, dat hij in de rest van zijn leven niet veel anders meer heeft gedaan dan praten.
Op 7-jarige leeftijd plukte hij bloemen in de tuinen van de buren, om ze daarna op straat te verkopen. Toen een van de buurvrouwen haar eigen bloemen moest kopen was het - exit commerciële carrière.
Louis is geboren als 2e zoon in een gezin van uiteindelijk 7 kinderen.
Zijn vader was een - streng katholieke - intellectueel. Zijn moeder was de meest positieve en optimistische vrouw die je je maar kunt indenken met bovendien creatieve gaven en een levendige fantasie. Louis heeft de intellectualiteit van zijn vader geërfd èn de fantasie van zijn moeder. Maar dan houdt de overdracht van positieve ouderlijke eigenschappen op, want Louis was (zoals zijn moeder altijd zei) iemand die voortdurend in de contramine was. Iemand die anders wil handelen dan anderen; iemand die anderen tegenspreekt of in gewoon Nederlands: een dwarsligger.
Hij was ook een ongelovige Thomas. Zijn kritische geest maakte dat hij overal vraagtekens achter plaatste. Hoe meer mensen overtuigd zijn van een of andere grote onomstreden waarheid, ………. des te argwanender werd Louis.
Maar het ergste was dat hij een aangeboren talent had om de tekorten, fouten en stommiteiten bij anderen snel en scherp te zien. Zelfs al ging het maar om een klein ‘splintertje’ in het oog van een ander……. Louis had het al gezien! De ‘balk’ in zijn eigen ogen had hij natuurlijk wat minder in de gaten.
Op zich hoeft deze eigenschap geen ramp te zijn, maar Louis kon het niet laten om ongevraagd en ongezouten zijn mening te geven. Als kind deed hij dat ……en ook als volwassene bleef hij dit doen. Mensen voelden zich daardoor soms gekwetst en reageerden dan negatief.
Door zijn karakter hadden opvoeders het vaak erg moeilijk met hem. Als gevolg daarvan zat hij vóór zijn 19e jaar op 10 verschillende scholen en 4 internaten.
Vele malen vroegen zijn ouders advies aan psychologen maar die spraken steeds over ‘hoop’ en over ‘verwachting’ op een goede afloop. Voor de opvoeders brachten: ‘hoop’ en ‘verwachting’ echter geen oplossing om Louis - met zijn dwarsliggerij - in het gareel te krijgen.
Wèl heeft hij zijn uiterste best gedaan om deze negatieve eigenschappen te verbeteren, of toch tenminste te camoufleren. Maar dat is niet gelukt. Waarschijnlijk gaat het om aangeboren karakterologische brandmerken die nauwelijks vatbaar zijn voor verandering.
Nà zijn studies werkte Louis de eerste 16 jaar van zijn beroepsleven in commerciële functies bij 3 bedrijven: Philips in Eindhoven, bij het Zwitserse Sandoz (het huidige Novartis) en bij IBM Nederland. Zich handhaven bij dit soort bedrijven deed hij niet zozeer met zijn charmes of zijn innemende persoonlijkheid, maar wèl met het leveren van prestaties die uitgingen boven hetgeen de bazen van hem verwachtten.
Opmerkelijk was dat hij tijdens sollicitatiegesprekken weigerde te onderhandelen over zijn toekomstig salaris, maar alleen wilde praten over de vraag ‘Wat kan ik hier leren?’. Bij Sandoz kon hij daarom, met behoud van salaris, beginnen met zijn studie psychologie in Bazel.
16 jaar lang met succes werken in commerciële functies wekt de indruk dat hij heel commercieel was. Maar dat was meer schijn dan werkelijkheid. Zijn behoefte, om de aard van zijn dienstverlening te perfectioneren was groter dan zijn streven naar geld. Bovendien was hij een pionierstype; iemand die iets wil opbouwen en daardoor niet geschikt is voor uitvoerende routine werkzaamheden en al zeker niet onder de leiding van een baas.
In 1959 was Louis gehuwd. Uit dat huwelijk werden 3 kinderen geboren: Ronald, Marco en Paulette. Tijdens de opvoeding van zijn kinderen was Louis vaak afwezig. Ook in de avonduren en in het weekend. Hij probeerde dat goed te praten met het argument dat hij vooruit wilde komen in het leven en daardoor het hele gezin een hogere welstand kon bieden.
Om extra ervaring op te doen en extra geld te verdienen begon hij al tijdens zijn studies om naast zijn werk van overdag ook ’s-avonds te werken als enquêteur voor een marktonderzoeksbureau en met de huis aan huis verkoop van bijbels en andere producten.
Door die ervaring kreeg hij in 1965 de opdracht van instituut Rhetorica om een cursus te schrijven over zijn methodiek van verkopen. Daarna leidde hij docenten voor dat instituut op en ging ook zelf in de avonduren deze training geven. Dat alles duurde 9 jaar tot 1974.
In 1974 kwam Louis terecht in een identiteitscrisis. Dat is een toestand van fundamentele onzekerheid over je eigen plaats en rol in de samenleving. Het gevolg was dat Louis besloot om te stoppen met werken en om alleen nog dingen te doen die hij aangenaam vond. Een identiteitscrisis noemt men ook wel een 2e geboorte. En bij Louis verliep dit als volgt:
Omdat er toch wat brood op de plank moest komen ging hij eerst na wat hij prettig vond om te doen èn (wat zo mogelijk) ook nog wat geld opbracht.
Er waren slechts 2 dingen die hij leuk vond:
~ Mensen confronteren met hun zwakke punten en daarna...’zout in de wonde strooien’ door te vertellen hoe ze die zwakke punten moesten verbeteren.
~ Het 2e was: voor onderwijzer spelen door het geven van plenaire trainingen zoals hij dat in de avonduren voor instituut Rhetorica al 9 jaar deed.
Hij is toen gestart met Stichting Communicatie; een psychologisch adviesbureau voor het bedrijfsleven. En in de kortste keren liep dat als een trein. Hij had daarbij vooral profijt van zijn vermogen om de tekorten bij anderen te zien en daarover niet te kunnen zwijgen (u weet wel die splinters in de ogen van anderen). Dit vermogen stelde hem ook in staat om snel de zwakke plekken in een organisatie op te sporen.
Hij kreeg dan ook opdrachten om bedrijven door te lichten…… èn om van individuele medewerkers te bepalen of ze extra coaching nodig hadden of …… dat ze beter de vacaturekrant konden kopen.
Hoe sneller, harder en scherper hij vertelde wat er allemaal niet deugde in het betrokken bedrijf, hoe groter de waardering die hij kreeg. Dit was in feite een transformatie van zijn negatieve karaktertrekken naar een positief gegeven; in iets waar anderen baat bij hadden. En dàt maakte iedereen gelukkig.
Vanaf 1980 concentreerde Louis zich op de kwalitatieve uitbouw van de diensten die hij via Stichting Communicatie aanbood. Dit laatste was noodzakelijk omdat hij de geschiktheid van mensen moest vaststellen met behulp van psychologische testen. Alleen die dingen deugen niet. Hij vergeleek die testen met: “Een inbreker …..die een bankkluis wil kraken ……met een tandenstoker “.
En ook over zijn eigen vakgebied was hij relativerend. “Een psycholoog”, zei hij altijd,… “is een blinde, …..die in een stikdonkere kelder op zoek is naar een zwarte kat”.
Hij besteedde dan ook elk vrij uur aan de studie van vakliteratuur en legde in binnen- en buitenland contacten met goeroes die hem verder konden helpen in zijn zoektocht naar kwaliteit.
Het uiteindelijke gevolg was dat hij aan zijn vakgebied ‘de psychologie’ verschillende nieuwe inzichten en nieuwe instrumenten heeft toegevoegd (waaronder De Spiegeltest, de training SYWIN en de meervoudige-interactieve-semantiek).
In 1994 nam Marco ten Berge, ‘het roer’ bij Stichting Communicatie over. Onder zijn leiding heeft een schaalvergroting plaats gevonden op het gebied van omzetten, personeel, klanten èn een verdieping van de expertise en de gebruikte meetmethoden. Enkele jaren later traden Koert Lafeber en Peter Ardesch als Partners toe tot het bestuur van Stichting Communicatie.
Louis bleef ondertussen vanaf 1994 tot en met het jaar 2000 nog parttime werken voor klanten.
Vanaf 66-jarige leeftijd trok hij zich terug uit dat openbare leven maar werkte achter de schermen door aan de optimalisering van de diensten van de Stichting.
In 1995 werd bij Louis een ernstige ziekte vastgesteld: longfibrose van het type U.I.P. Een onbehandelbare ziekte met een levensverwachting van circa 4 jaar.
En toch had hij in deze laatste fase van zijn leven wéér profijt van zijn moeilijke karakter. Enerzijds dankzij zijn realisme want hij aanvaarde gewoon de feiten van zijn ziekte. Anderzijds had hij voordeel van zijn ‘Thomas’ instelling. ……u weet wel……’eerst zien en dan geloven’.
Standaard gaf men in de hele wereld tegen longfibrose een combinatie van hormonen (Medrol) en chemotherapie (Endoxan). Na literatuurstudie bleek Louis, dat deze middelen op agressieve wijze het lichaam vernietigen en dat voor de gunstige werking bij longfibrose géén bewijs bestaat. Louis heeft daarom deze therapie consequent geweigerd. Deze weigering is waarschijnlijk de reden dat hij vele jaren langer heeft geleefd dan gemiddeld bij deze aandoening.
Op 2 juli 2011 is Louis uiteindelijk in Brugge (België) overleden op 76-jarige leeftijd.
Alhoewel hij al circa 13 jaar niet meer onderdeel uitmaakt van Stichting Communicatie, merken wij zijn gedachtengoed nog vrijwel dagelijks. En ook zijn er nog steeds mensen die in het verre verleden trainingen hebben gehad van Louis en daar met bijzondere gevoelens op terugkijken.
Hij wordt gemist maar niet vergeten.
Pak de regie met een ontwikkelsessie!
Sinds 1974 verzorgt Stichting Communicatie trainingen waarbij de fysieke aanwezigheid van deelnemers gewenst is. Want door deze aanwezigheid beklijven onderwerpen beter, kunnen vaardigheden directer worden getraind en is een maximaal trainingsrendement gegarandeerd.
Dankzij Coronaproof trainingslocaties heeft een groot deel van de trainingen het afgelopen half jaar ook fysiek plaatsgevonden. Wij verwachten dat de komende periode ook nog trainingen gegeven gaan worden met de fysieke aanwezigheid van deelnemers waarbij de RIVM maatregelen in acht worden genomen.
Toch kregen en krijgen wij van veel opdrachtgevers de vraag of wij digitaal iets kunnen betekenen aan de ontwikkeling van hun medewerkers. Zowel medewerkers die al trainingen gevolgd hebben bij Stichting Communicatie als nieuwkomers die nog geen trainingen hebben gehad (on-boarding training).
Daarvoor hebben wij digitale ontwikkelsessies in het leven geroepen. Ontwikkelsessies van maximaal 2 uur en bedoeld voor maximaal 3 deelnemers. Kort, praktisch, interactief en al dan niet met een acteur.
Een van de ontwikkelsessies is specifiek bedoeld voor degenen die nog geen eerdere trainingen hebben gehad van Stichting Communicatie. Deze sessie bestaat uit 2 blokken van ieder 2 uur, waarin de belangrijkste interviewtechnieken (waaronder verbaal volgen) worden behandeld.
De andere ontwikkelsessies zijn ontwikkeld als refreshment en specifiek bedoeld voor degenen die al eerder trainingen bij Stichting Communicatie hebben gevolgd. Met als mogelijke onderwerpen:
- Omgaan met weerstanden en tegenwerpingstechnieken.
- De Socratische gespreksmethode.
- Opsporen van verborgen boodschappen (met behulp van meta-semantiek en meta-luisteren).
- Gebruik van meta-communicatie als beïnvloedingsinstrument.
- Het intakegesprek bij potentiële opdrachtgevers.
- Het recruitmentinterview.
- Feedback geven en ontvangen.
- Het correctie- en slecht-nieuwsgesprek.
- Vergadertechniek (online en live).
- Voortgangs- en functioneringsgesprek.
- Sales- en adviesgesprek.
- Effectief presenteren.
- Consultative selling.
- Coachen van medewerkers.
De kosten voor een ontwikkelsessie van 2 uur: 375,00 euro (exclusief BTW).
Voor welke digitale ontwikkelsessie ook gekozen wordt: wij bieden altijd maatwerk aan.
Neem contact met ons op en wij bespreken graag de mogelijkheden: 076-5223238 of info@sc.nl.
Online ontwikkel mogelijkheden
Onze diensten zijn ook online beschikbaar. Neem gerust contact op om de mogelijkheden te bespreken.
First Dates
Kun jij de uitkomst van First Dates voorspellen (maar dan zonder te kijken)?
Het programma First Dates is razend populair. Twee personen die elkaar voor de eerste keer ontmoeten, samen eten en tot slot aangeven of ze met elkaar verder willen. Het is vermakelijke televisie omdat je getuige bent van het proces van twee vreemden die elkaar leren kennen en elkaar beoordelen.
Of mensen zich tot elkaar aangetrokken voelen wordt voor een groot deel bepaald door uiterlijkheden en ander non-verbaal gedrag. Maar zouden in het verbale gedeelte van zo'n kennismaking (de woorden) ook al voldoende aanwijzingen te vinden zijn die voorspellen of er een 'klik' ontstaat?
Neem de proef op de som!
Wij hebben van een van de gesprekken een transcriptie gemaakt. Dus wij hebben het non-verbale gedrag eraf gehaald en enkel de woorden op papier gezet.
Durf jij op basis van deze transcriptie aan te geven of deze twee personen een vervolgdate willen? En kun je jouw oordeel ook nog onderbouwen? Lees hier de transcriptie:
Transcriptie First Dates
Het gesprek begint aan de bar. De namen van de 2 personen en woonplaatsen zijn door ons weggehaald, om al te snelle herkenbaarheid te voorkomen.
Man: Hallo.
Vrouw: Hallo.
Man: Ik ben [naam weggehaald].
Vrouw: [Naam weggehaald]. Hallo. Drie kussen.
Man: Yes.
(Gastheer: Yes Dat klinkt al goed, hè? Direct een yes. Je mag plaatsnemen).
Vrouw: Dank je wel. Oké.
Man: En? Stress.
Vrouw: Ja, een beetje wel.
Man: Ik ook.
Vrouw: Ik zie het eigenlijk wel een beetje.
Man: O, serieus?
Vrouw: Jij komt uit [woonplaats weggehaald]?
Man: Ja. Jij van [woonplaats weggehaald]?
Vrouw: Ik woon nu elf jaar in [woonplaats weggehaald].
Man: Jij bent gewoon te voet naar hier gekomen?
Vrouw: Nee, met de fiets. Ja. En wat doe je?
Man: Ik ben kok.
Vrouw: Ah, kok.
Man: Ik werk ehh in de brasserie van een hotel.
(Man en vrouw hebben plaatsgenomen aan een tafel. De gastheer overhandigt menukaarten).
Vrouw: En ben je al lang vrijgezel?
Man: Ja, al heel lang.
Vrouw: Ja? Oei. Oohh.
Man: Al tien jaar ongeveer.
Vrouw: Ah ja. En vind je dan niemand naar je zin?
Man: Ja, altijd zo’n pff ontgoocheling hier, een ontgoocheling daar. En rond mijn vijfendertigste had ik zoiets van...ja…pff.
(Eten wordt geserveerd).
Man: Smakelijk. Heb jij geen tatoeages of…Nee? … Ja dus.
Vrouw: Maar ik vind ehh het leuk als alles zo nog wel ehh wat kan…
Man: Ja, maar je hoeft niet te zeggen waar of hoe of wat hè.
Vrouw: Ah, nee nee. Het is niet op een speciale plaats ofzo.
Man: Dat kon. Ik weet dat niet hè.
Vrouw: Nee. Maar ik heb graag dat ik zo alles nog ehh wel kan…
Man: Ja. Dat er nog gespreksstof blijft achteraf.
Vrouw: Ja, ja. Ik ga nog eens drinken. En ehh…Heb jij kindjes?
Man: Nee. Jij?
Vrouw: Ja, ik heb een kindje. Een zoontje.
Man: Van hoe oud?
Vrouw: Hij is vier jaar.
Man: Oh ja.
Vrouw: En heb jij een kinderwens ofzo?
Man: Ehh, pff. Op zich niet. Ik ben eenenveertig. Ik weet niet hoe oud jij bent?
Vrouw: Ja. Ah ja. Ik ben tweeëndertig.
Man: Tweeëndertig. Oké. Ik redeneer vanuit het feit, tegen dat ik een vaste relatie zou hebben en…en ik ben tegen vaders die zo nog op latere leeftijd aan kinderen beginnen en dan een been breken bij wijze van spreken als ze met hun zoon gaan voetballen ofzo.
Vrouw: Ja. En dat zijn dan nog alleen de leuke dingen. Zo ’s nachts opstaan en…
Man: Ja ja. Heb jij nog een kinderwens of…?
Vrouw: Ja, eigenlijk wel.
Man: Ik zeg niet definitief nee. 'T is maar, pff.
Vrouw: Nee nee.
Man: Maar ik ben niet te oud ofzo voor jou?
Vrouw: Ik ben wel ehh al op date geweest met iemand die ook tien jaar ouder was dus...
Man: Ja, ik ook met vrouwen die tien jaar jonger waren. Dus...
Vrouw: Oei. Zo luid niet lachen misschien.
Vrouw: Ik kijk eigenlijk niet zoveel tv.
Man: Waar kijk je dan wel zo?
Vrouw: Zo, Britse humor.
Man: Ahh. Dan ben je nu…
Vrouw: Miranda.
Man: Nu ben je…nu ben je goed aan het scoren.
Vrouw: Ik weet niet of je dat kent?
Man: Ik ken alles van Britse humor. Monty Python en zo, daar ben ik…
Vrouw: Monty Python. Ik had daar laatst iemand die niet wist wat dat was.
Man: Ah wel, dit is de eerste keer dat ik een meisje tegenkom dat Monty Python goed vindt.
Vrouw: Ja?
Man: Echt waar.
Man: We kunnen al zeker samen naar Monty Python kijken.
Vrouw: Ja, ja. Zeg maar, jij hebt wel een uur en een kwart naar [naam stad weggehaald] gereden.
Man: Ja, zoiets ja.
Vrouw: Dat is wel een verre afstand niet?
Man: Ik vind dat dat meevalt.
Vrouw: Ja?
Man: Ik heb daar geen problemen mee.
Vrouw: Maar zo ook wel, soms denk ik ook wel van ja…het zou wel leuk zijn als iemand zo na de late shift nog…
Man: Dat geloof ik. Dat geloof ik, ja.
Vrouw: Ja.
Man: Oké ja. Het hoofdgerecht annuleren dan, of?
Vrouw: Nee.
(Vrouw gaat naar het toilet, man zit alleen aan tafel en de gastheer komt bij hem staan).
Gastheer: En?
Man: Ja, het is de moeite hè?
Gastheer: Eerlijk, het is wel een sexy meisje.
Man: Heel, heel knap ja.
Gastheer: Ja.
Man: Een heel mooie stem ook zo. Een zwoele stem.
(Vrouw neemt plaats aan de tafel).
Vrouw: Hallo.
Gastheer: Goed. Ik ga jullie laten verder doen.
Vrouw: Dank u wel.
Man: Ik heb alleen positieve dingen gezegd.
Vrouw: Ahh. Oké. Dank je.
Man: Die mevrouw heeft een kleed met hartjes aan zeg.
Vrouw: Ohh, super romantisch.
Man: Ja. Ben jij romantisch?
Vrouw: Ehhh, ja, toch wel ja. En jij?
Man: Hetzelfde.
Vrouw: En ben je dan van meer zachtaardig of…
Man: Ja, allee. Ik ben geen watje ofzo hè.
Vrouw: Hmm hmm. Nee, nee.
Vrouw: En is het altijd romantisch? Of mag dat wel…
Man: Hoe? Wat? Hoe bedoel je?
Vrouw: Nou ja, ik weet niet. Moet het altijd romantisch zijn?
Man: Nee, nee, nee. Maar ik geniet er dan ook wel van als ik...als ik…mijn partner kan laten genieten zodat ik weet dat ik goed bezig ben.
Vrouw: En ben je dan meer dominant of meer…
Man: Ehh…ja.
Vrouw: Ja. Ah ja, toch wel.
Man: Ik ben misschien wel zachtaardig van …van karakter en zo, maar dan…ja.
Vrouw: Het moet passioneel zijn in alle betekenissen van het woord, hè. Ja, dat heb ik wel nodig.
(De serveerster brengt de rekening).
Vrouw: Ah ja.
Man: Ik zal wel betalen.
Vrouw: Nee. Nee ik zeg altijd betalen op de tweede date.
Man: Ja, jij betaalt de tweede.
Vrouw: Nee.
Man: Jawel, jawel.
(Man en vrouw gaan naar de andere ruimte om aan te geven of ze elkaar nog eens willen zien).
Onze visie op het nieuws: is dit dan objectieve journalistiek? (Op1 d.d. 12/7/2020)
Is dit dan objectieve journalistiek?
Een tv-praatprogramma kan verschillende doelstellingen hebben: entertainment, waarheidsvinding of het verduidelijken van besluiten. Mede op basis daarvan worden de thema’s bepaald/vragen gesteld.
Het inzicht geven in de Corona-overwegingen en besluiten van Marc Rutte was het uitgangspunt van de uitzending van Op1 gisterenavond. Premier Rutte werd geïnterviewd door Jeroen Pauw en Fidan Ekiz. Vooral Ekiz stelde vragen waarbij wij als toehoorders sterk de indruk kregen dat er meer speelde dan het geven van inzicht in de gedachten van Rutte. Meer specifiek: door de manier van vragen stellen wekte Ekiz de indruk dat zij vooral uitspraken wilde ontlokken bij de Premier waarmee zij zelf de voorpagina’s van de kranten zou halen. Het stellen van suggestieve vragen, onterechte aannames in vragen verwerken en het opnieuw stellen van dezelfde vraag omdat het antwoord kennelijk niet bevalt. Ekiz wil uitspraken ontlokken waarbij zou blijken dat de Tweede kamer verkeerd of onvolledig was voorgelicht (een politieke doodzonde). En in hoeverre dat nog ‘objectieve journalistiek’ is, is de vraag.
Geïnteresseerd in wat ons is opgevallen?
Vanaf minuut 25 werd er gesproken over het aantal beschikbare IC-bedden. Op 26 maart deed minister De Jonge tijdens de persconferentie live de toezegging dat er per 1 april 1600 bedden beschikbaar zouden zijn. De Jonge verwees naar een gesprek dat Minister Martin van Rijn had gehad met Diederik Gommers, waarin Gommers deze toezegging had gedaan. Later heeft Gommers in een interview in de Volkskrant aangegeven dat hij totaal verrast was door de vraag. Ook gaf hij aan dat hij die toezegging niet kon doen omdat hij dat eenvoudigweg niet wist. En omdat hij daar geen invloed op had. Maar hij voelde zich min of meer onder druk gezet om tot een antwoord te komen.
Ekiz: hij (Gommers) was wel meegenomen over iets wat hij niet kon beloven.
Pauw: je kunt ook denken, Hugo de Jonge heeft de kamer vals voorgelicht.
Rutte: nee joh, echt niet.
Ekiz: u zegt, dat betekent dat de kamer vals is voorgelicht.
Rutte (onderbreekt): nee, dat zei Jeroen.
Ekiz: oh sorry.
Ekiz: als ik het breder trek, Renske Leijten en Pieter Omtzigt spraken hier enige tijd geleden over zwijgcultuur. Een zwijgcultuur die tot aan premier Rutte gaat. Ik moest daar wel aan denken. Want hier gaat het wel over het niet volledig informeren van de Kamer.
Rutte: dat is echt onzin.
Ekiz: maar u zegt dat mevrouw Leijten onzin praat?
Rutte: nee, ik vind de suggestie die u uit onzin.
Ekiz: maar u brengt het dat de heer Gommers dit met liefde heeft gedaan, maar in de Volkskrant geeft hij toch echt aan dat hij dit niet wilde zeggen.
Rutte: maar dan had hij dat niet moeten doen. Maar er is geen sprake van een zwijgcultuur.
Ekiz: maar wel verkeerd informeren van de Kamer.
Rutte: nee.
In het (ruim 1 uur durende) interview zijn meer momenten waarin wij onze wenkbrauwen fronsen bij de manier waarop Ekiz vragen stelt. Kijk bijvoorbeeld eens naar het fragment waarin gevraagd wordt of Rutte tijdig geïnformeerd was bij het begin van de crisis (circa 9 minuten na de start van het interview).
Maar ook na circa 1 uur en 4 minuten waarin de vrijblijvendheid van de maatregelen het onderwerp van gesprek is. Ekiz is meer bezig met het geven van een boost aan haar eigen carrière dan dat zij de kijkers de mogelijkheid biedt inzicht te krijgen in het proces van de afgelopen maanden.
Link naar het interview: https://www.npostart.nl/op1/12-07-2020/POW_04767985
#MarkRutte #FidanEkiz #Op1 #slechtejournalistiek #StichtingCommunicatie #suggestievevragen
Onze visie op het nieuws: interview Hoekstra 16/5/2020
Bij minister Hoekstra moeten we tussen de regels door lezen.
In de Telegraaf van afgelopen zaterdag (16 mei jl.) staat op pagina 24 & 25 een interview met minister Wopke Hoekstra.
Journalisten Inge Lengton en Wouter de Winther bevragen de minister over onderwerpen als waar de rekening van de corona crisis komt te liggen, wat zijn mening over Rutte is, de rol van het CDA en over de toekomst van Air France-KLM.
Nu weten we inmiddels wel dat politici doorgaans bij uitstek behendig zijn in het beantwoorden van lastige vragen omdat zij de vaardigheid beheersen om op slimme manieren eventuele valkuilen te vermijden. Bijvoorbeeld door toepassing van het trucje van de ‘niet gestelde vraag beantwoorden’ of door de gestelde vraag te herformuleren om dan vervolgens dáár antwoord op te geven.
Maar minister Hoekstra laat in dit interview zien dat hij de techniek van metacommunicatie en het zenden van verborgen informatie (2e D.L.) ook uitstekend beheerst!
Wil je weten wat ons opviel? Lees dan hier verder:
Op de foto die bij het uitgewerkte interview is geplaatst zien we minister Hoekstra vol in beeld. Poserend voor een gesloten terras van een café in Den Haag zien we hem in een krachtige pose. Hij staat daar alsof hij wil uitstralen dat hij ‘in charge’ is en dat hij de huidige situatie onder controle heeft. Zijn armen hangen relaxed, zijn schouders naar achter en met zijn benen iets uit elkaar, kijkt hij, ook met z’n lichaam, recht naar de camera. Alsof het beeld moet uitstralen dat hij de regie heeft. En natuurlijk kun je aanleren hoe je met non-verbale communicatie een krachtige eerste indruk maakt maar uiteindelijk zijn velen van ons daarna niet in staat om met onze verbale communicatie dat beeld bij de toehoorder in stand te houden.
Minister Hoekstra is echter één van de uitzonderingen. Hij weet lastige vragen van de journalisten ogenschijnlijk handig te pareren door een enkele keer (bewust?) inhoudelijk antwoord te geven maar in bedreigende situaties lijkt hij razendsnel te kunnen inschatten dat het waarschijnlijk handiger is om dan geen (inhoudelijk) antwoord te geven op de vraag.
Het gesprek begint met de vraag: “Betekent de corona crisis ook een ramp voor de schatkist?”. In het antwoord dat Hoekstra geeft gaat hij met alleen de eerste zin in op de vraag (“Het is volstrekt ongekend".) om vervolgens vooral zijn zorgen uit te spreken over de gevolgen voor de samenleving en de economie. Op deze manier krijgen wij als lezer meteen het beeld dat we te maken hebben met een minister die niet alleen zijn inhoudelijke taak wil vervullen maar daarnaast ook (net als de meeste mensen) bezig is met de gevolgen van deze crisis in bredere zin. Hiermee creëert hij verbinding met de ‘gewone man’ en dat wekt doorgaans sympathie op. Misschien waren de interviewers ook wel onder de indruk van deze zelfverzekerd ogende maar vooral aimabele man?
In totaal worden hem in dit gesprek 24 vragen gesteld, waarvan er (maar liefst) 19 gesloten zijn en 5 open. 2 van die open vragen worden echter direct opgevolgd met een gesloten vraag (bijvoorbeeld: “U wilt dus geen belastingverhoging. Eerder zei u datzelfde over bezuinigen. Wat dan wel? Kan economische groei het complete corona bedrag bijeen sprokkelen?”). Door de open vraag direct op te volgen met een gesloten vraag maken de interviewers het de minister wel erg makkelijk om te antwoorden. Hij reageert dan ook met de zin: “Op termijn zeker” om daarna in zijn antwoord het proces te beschrijven. Helaas wordt deze zin daarna niet verder uitgediept.
Het procesmatig antwoorden in plaats van inhoudelijk is één van de belangrijkste kenmerken van metataal. Wanneer je deze techniek beheerst (en Wopke Hoekstra beheerst dat uitstekend 😉) leg je de aandacht in de buitenwereld, terwijl je met een inhoudelijk antwoord de aandacht naar jezelf trekt. En dat laatste wil je als geïnterviewde natuurlijk niet wanneer je uitleg geeft over een beslissing of soms zelfs verantwoording voor iets moeten afleggen.
Het geven van een procesmatig antwoord doet Hoekstra zeker op 9 vragen die hem gesteld zijn. Het valt op dat hij dat vooral doet wanneer hem gevraagd wordt om aan te geven hoe hij bepaalde situaties in de toekomst ziet.
Op vragen als “Wat kan uw CDA opstellen tegen een premier en verondersteld VVD-lijsttrekker die het – volgens u – uitstekend doet?” of “Vooralsnog mist het CDA een duidelijke leider. Dat lijkt ook een rol te spelen bij de ontstane commotie in uw partij over de Brabantse coalitie met Forum voor Democratie. Ziet u het CDA in een kabinet samenwerken met die partij?” en “Tot slot, als minister bent u ook aandeelhouder van Air France-KLM. Is met de toegezegde steun de ellende voorbij voor de luchtvaartmaatschappij?” kan Hoekstra eenvoudig aangeven dat hij geen glazen bol heeft waarmee hij de toekomst kan voorspellen. Uiteraard zegt hij dit niet letterlijk maar wel tussen de regels door, verpakt in het beschrijven van een proces!
Het zenden van informatie tussen de regels door (oftewel een 2e-lijns boodschap) gebeurt in ieder gesprek, elke dag en overal. Tot zover niets bijzonders. Maar in sommige gevallen geeft die impliciete boodschap een inkijk in de persoonlijke mening en opvatting van de spreker.
In dit interview vindt dat meerdere malen plaats, zowel bij de vragenstellers als bij de geïnterviewde.
Een mooi voorbeeld van een boodschap op de 2e lijn geeft Hoekstra in zijn antwoord op de vraag “Is het ook verstandig als Nederlanders nu gaan sparen?” Uit zijn antwoord denken wij op te maken dat hij dat geen goed idee vindt, de economie moet immers weer groeien en dat gebeurt onder andere door met z’n allen geld uit te geven. Maar ja, zeg dat maar eens tegen iemand die twijfelt of zijn baan nog wel behouden blijft!
Minister Hoekstra heeft daar een oplossing voor. Hij beantwoordt de vraag waarbij we het ‘échte’ antwoord tussen de regels door moeten lezen:
“Eehhhm. Ik denk dat het goed nieuws is dat veel mensen behoud van inkomen hebben, gezien deze lastige fase. Ik kan niet bij mensen in de portemonnee kijken, maar ik hoop dat ze ook weer naar de kapper gaan. En vanaf 1 juni naar restaurants en straks wel in eigen land op vakantie gaan. Het steunpakket is ook bedoeld om met elkaar vertrouwen te houden in een goede economische uitkomst.”
Ondanks de niet al te scherpe vragen die hem in dit interview worden gesteld geeft de minister wel een aantal interessante antwoorden waar volgens ons veel meer op kon worden doorgevraagd. Omdat dit niet is gedaan zijn we inhoudelijk niet veel wijzer geworden. Nou ja 1 dingetje dan: premier Rutte doet het volgens hem “uitstekend”. En juist op die vraag had hij goed kunnen aangeven hoe alle ministers, inclusief de premier, in zijn beleving samenwerken en gezamenlijk optrekken om ons land door deze crisis te loodsen. Daardoor had deze minister zijn pose op de foto inhoudelijk nog meer gestalte kunnen geven.
Maar het is wel een ‘veilig’ antwoord. Hij toont daarmee zijn onvoorwaardelijk vertrouwen in de premier en had hij op deze vraag met metacommunicatie geantwoord, dan waren de rapen gaar geweest!
Hierbij de link naar het (premium) artikel:
https://www.telegraaf.nl/nieuws/1169482433/hoekstra-overgrote-deel-van-de-banen-blijft-behouden
Onze visie op het nieuws: persconferentie Rutte 6/5/2020
Persconferentie Rutte: wat doet hij toch precies?
De uitzending met de hoogste kijkcijfers is op dit moment de persconferentie die gegeven wordt door premier Rutte en minister De Jonge. Daarbij gaat vooral de aandacht uit naar wat zij te vertellen hebben. Wat is de huidige stand van zaken? Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van bijvoorbeeld het aantal IC-patiënten? Welke maatregelen worden versoepeld de komende maanden? Omdat we zo sterk gefocust zijn op de inhoud van de boodschap, is er automatisch wat minder aandacht voor hetgeen communicatief plaatsvindt.
Wanneer wij persoonlijk naar de persconferentie kijken, dan voelen wij in de eerste plaats diepe bewondering. Het gemak waarmee beide heren hun gedachten onder woorden brengen (ondanks de vermoeidheid die ongetwijfeld parten speelt) is geweldig. Daarnaast is het ons gevoel dat Rutte zich nog beter presenteert dan De Jonge. We zijn eens gaan kijken of er wellicht ook feitelijke argumenten zijn die dit subjectieve gevoel rechtvaardigden. Wij zijn nieuwsgierig of anderen dit gevoel ook hebben?
Benieuwd wat ons is opgevallen aan de persconferentie?:
Persconferentie Rutte 6 mei 2020: wat doet hij toch precies?
Gisterenavond om 19.00 uur zat een groot deel van Nederland voor de buis. De persconferentie van premier Rutte en minister De Jonge. De persconferentie start met een monoloog van beide heren waarin zij het een en ander toelichten, waarna de verschillende journalisten de mogelijkheid krijgen vragen te stellen.
Wij hebben ons vooral beperkt tot het tweede gedeelte (vraag & antwoord).
Als communicatietrainers hebben wij eerst gelet op de vragen die de diverse journalisten hebben gesteld. Daarbij was het geen verrassing dat het merendeel van de vragen (wanneer je het puur technisch bekijkt) niet tot de open categorie behoort. Zo worden er veel gesloten vragen gesteld (kunnen we zeggen dat Nederland uit de intelligente lockdown gaat?) en vragen die al vrij sturend beginnen (maar hadden we dat niet al eerder moeten doen?). Er worden vragen gesteld die bijna retorisch van aard zijn (mondkapjes in het openbaar vervoer zijn vanaf 1 juni verplicht, wordt daar ook op gehandhaafd?) en meerdere vragen tegelijkertijd (kunt u daar iets over vertellen?, mogen we het vliegtuig weer pakken?, hoe zit dat?).
Maar ook hier zie je (zoals dat bij talkshows ook vaak het geval is), wanneer mensen bereid zijn informatie te geven dan maakt het niet zo veel uit wat de kwaliteit van de vraag is. De informatie wordt toch wel gegeven.
Gevoelsmatig heeft de boodschap van Rutte meer impact dan die van De Jonge. Dat ligt niet aan de welsprekendheid want beide heren scoren daar uitstekend op. Het heeft ook niet te maken met non-verbale uitingen, want er is toch weinig aan te merken op de uitstraling van beide politici. Chapeau! Want na zoveel maanden roofbouw plegen op jezelf (tenminste, die aanname lijkt gerechtvaardigd), ogen ze fris en energiek. Zou het dan toch te maken hebben met iets anders?
Wanneer je de antwoorden van De Jonge bekijkt, dan geeft hij keurige politieke antwoorden. Hij beschrijft processen, de zorgen die hij heeft en de argumenten die het uitgangspunt vormden voor de versoepeling van de maatregelen. Rutte doet in feite hetzelfde. Maar Rutte voegt regelmatig iets toe over zichzelf. Het zijn toevoegingen die het gevoel geven dat hij niet enkel de premier en politicus is, maar ook een burger die onderdeel is van ‘de normale’ samenleving. Uitspraken als: ‘in mijn supermarkt zie ik dat het veel beter gaat’. Ten aanzien van sportscholen: ‘persoonlijk baal ik er ook zeer van want u weet: wij met het kabinet sporten ook graag een paar keer per week. Dat is nou een punt wat ik heb, maar goed. Dat mag verder niet meespelen’. Of: ‘ik heb het zelf ook een paar keer meegemaakt, dat je met je winkelwagentje even in de rij staat’. Ten aanzien van de kerkdienst: ‘ik moet hier, zelf gelovige zijnde, een ongemakkelijk punt neerleggen’. Het zijn toevoegingen die Rutte tot ‘een van ons’ maakt.
Daarnaast is nog iets opgevallen tijdens de persconferentie. Rutte heeft in totaal 27 vragen gekregen en De Jonge totaal 12. Rutte heeft 3435 woorden nodig gehad om de vragen te beantwoorden. De Jonge maakte gebruik van 2972 woorden. Als je dit omrekent heeft Rutte gemiddeld 127 woorden nodig gehad om de vraag te beantwoorden en De Jonge had 248 woorden nodig (bijna het dubbele!). Nu kan het zo zijn dat Rutte relatief veel makkelijke vragen kreeg, maar dat valt te betwijfelen. Ook hier geldt: hoe korter en krachtiger de boodschap, des te groter is de impact.
Tot slot: de transcriptie (de letterlijke weergave van hetgeen is gezegd) van alle persconferenties staat een dag later op internet. Mocht je belangstelling hebben voor deze specifieke persconferentie: